De dochter van mijn vriendin kijkt me met een serieus snoetje aan en vraagt of haar kroontje nog goed staat. Ik knik bevestigend. Ze draait parmantig een rondje, haar jurk waaiert breed uit. Ze zweeft weg om zich te laten bewonderen door haar broertje. Mij met een glimlach achterlatend.
Ik ben geraakt door haar onbevangenheid. Ze is zo blij met zichzelf, haar kroon, haar jurk. Ze vráágt niet eens of ik haar mooi vind. Ze is het gewoon. Punt. En ik mag mee genieten. Ik betrap mezelf erop dat ik haar erom benijd. Als volwassene past het niet om alle aandacht naar me toe te halen. En zeker geen kroontje op te doen.
Had ik dat ook als kind? Ik graaf in mijn geheugen. Het beeld van een meisje in een rose jurk met bijpassende linten in het haar komt naar voren. Ik was jarig en de schoolfotograaf kwam. Speciaal voor mij. Natuurlijk. Ik voel nog de blijheid. En de vanzelfsprekendheid dat mijn blijdschap werd gedeeld.
Ik kom op veel plekken, ontmoet veel nieuwe mensen en geef regelmatig presentaties. En meestal is dat leuk, maar af en toe ook spannend. En soms, heel soms, zet ik een denkbeeldig kroontje op mijn hoofd. Dan maakt de spanning plaats voor blijheid. Ik weet weer waarom ik zo graag voor groepen wil staan. Om anderen te inspireren om het podium te pakken. Te enthousiasmeren hun kennis te delen. Zodat we daar allemaal van kunnen groeien. Een presentatie hoeft dus niet meer voor angstzweet te zorgen. Zet gewoon je kroontje op, doe je superhelden-cape om en trek die stoute stappers aan.